Carterdrukregelaar

SKVL-12/15/22/28/35 Carterdrukregelaar wordt geïnstalleerd op de zuigleiding vóór de compressor. De rol van de SKVL Carterdrukregelaar is het beschermen van de compressor tegen overbelasting van de compressormotor tijdens het herstarten na een lange periode van niet-gebruik van de compressor of na ontdooien (hoge druk in de verdamper).

Zorg ervoor dat de leidingen rond de klep schoon zijn en stevig vastzitten. Dit voorkomt dat de klep gaat trillen. Alle KV-drukregelkleppen moeten altijd zo worden geïnstalleerd dat de vloeistof in de richting van de pijl stroomt. Bovendien kunnen KV-drukregelkleppen in elke positie worden gemonteerd, maar ze mogen geen olie- of hydraulische blokkering genereren. Lassen: Installatie Tijdens het lassen moet de klep in een vochtige doek worden gewikkeld. Richt de gasvlam altijd weg van de klep, zodat de klep niet wordt blootgesteld aan directe hitte. Zorg ervoor dat u tijdens het solderen geen soldeer in de klep achterlaat, omdat dit de werking van de klep kan beschadigen. Zorg ervoor dat alle manometerinzetstukken zijn verwijderd voordat u de KV-klep gaat lassen.

Bij het lassen van KV-kleppen moet altijd inert gas worden gebruikt.

Hoe wordt het afgesteld en ingesteld? SKVL-12/15/22/28/35 Carterdrukregelklep: De SKVL carterdrukregelkleppen zijn allemaal in de fabriek ingesteld op 2 bar. Draaien met de klok mee zorgt voor een hogere druk en draaien tegen de klok in zorgt voor een lagere druk. De fabrieksinstelling is het punt waarop de SKVL begint te openen of net sluit. Omdat de compressor beschermd moet worden, dient de SKVL ingesteld te worden op de maximaal toegestane zuigdruk van de compressor. Dit moet worden ingesteld met behulp van een zuigdrukmeter van de compressor.